Wat te doen als je BV geen winst maakt en de belastingdienst een aanslag gebruikelijk loon oplegt?
Als directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een BV ben je verplicht om jezelf een salaris toe te kennen dat gebruikelijk is voor je functie en werkzaamheden. Dit wordt het gebruikelijk loon genoemd. Het gebruikelijk loon bedraagt in 2023 minimaal € 51.000, tenzij je kunt aantonen dat dit te hoog is in jouw situatie. Maar wat als je BV geen winst maakt en je geen salaris kunt uitbetalen? En wat als de belastingdienst toch een aanslag gebruikelijk loon oplegt en deze gaat invorderen? In dit blog leggen we uit wat je rechten en plichten zijn als DGA in deze situatie.
- Bepaal het gebruikelijk loon op basis van de meest vergelijkbare dienstbetrekking
- Meld betalingsonmacht bij de belastingdienst
- Maak bezwaar tegen de aanslag gebruikelijk loon
- Zoek juridische hulp als de belastingdienst tot invordering overgaat
Het gebruikelijk loon moet worden vastgesteld op basis van de meest vergelijkbare dienstbetrekking waarbij geen sprake is van een DGA-situatie. Dit betekent dat je moet kijken naar wat iemand met dezelfde functie, werkzaamheden, opleiding, ervaring en verantwoordelijkheden zou verdienen in loondienst bij een vergelijkbaar bedrijf. Hierbij mag je rekening houden met de omvang en de financiële positie van je BV. Als je kunt aantonen dat het gebruikelijk loon lager is dan € 51.000, mag je dit lagere bedrag hanteren. Je moet dit wel kunnen onderbouwen met bijvoorbeeld salarisonderzoeken, vacatures of jaarrekeningen van vergelijkbare bedrijven.
Als je BV geen salaris kan uitbetalen vanwege betalingsonmacht, moet je dit zo snel mogelijk melden bij de belastingdienst. Dit doe je door een brief te sturen waarin je uitlegt waarom je BV niet kan betalen, wat de verwachte duur en omvang van de betalingsonmacht is en welke maatregelen je hebt genomen of gaat nemen om de situatie te verbeteren. Je moet de melding doen binnen twee weken nadat het salaris betaald had moeten worden. Als je dit niet doet, kan de belastingdienst je persoonlijk aansprakelijk stellen voor de niet-betaalde loonbelasting.
Als de belastingdienst een aanslag gebruikelijk loon oplegt die hoger is dan het salaris dat je hebt ontvangen of had kunnen ontvangen, kun je hiertegen bezwaar maken. Je moet dit doen binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag. In het bezwaarschrift moet je aangeven waarom je het niet eens bent met de aanslag, welk bedrag volgens jou wel juist is en welke bewijsstukken je daarvoor hebt. Je kunt ook vragen om uitstel van betaling totdat er een beslissing is genomen op je bezwaar.
Als de belastingdienst niet akkoord gaat met je bezwaar of je melding van betalingsonmacht, kan deze overgaan tot invordering van de aanslag gebruikelijk loon. Dit kan betekenen dat de belastingdienst beslag legt op je bankrekening, je auto, je huis of andere bezittingen. Als dit gebeurt, is het verstandig om juridische hulp in te schakelen. Een fiscaal jurist kan je bijstaan in een procedure tegen de belastingdienst en proberen om het beslag op te heffen of te verminderen. Een fiscaal jurist kan ook beoordelen of de belastingdienst in strijd handelt met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel of het evenredigheidsbeginsel. Dit kan een grond zijn om de aanslag te vernietigen of te verlagen.
Er is niet veel jurisprudentie over de situatie waarin een DGA geen salaris kan uitbetalen vanwege betalingsonmacht van de BV en de belastingdienst toch een aanslag gebruikelijk loon oplegt. Een voorbeeld is de uitspraak van Rechtbank Noord-Holland van 9 maart 2017 (ECLI:NL:RBNHO:2017:1758). In deze zaak had de DGA geen salaris ontvangen van zijn BV, omdat deze in financiële problemen verkeerde. De belastingdienst legde toch een aanslag gebruikelijk loon op van € 44.000. De rechtbank oordeelde dat dit niet terecht was, omdat de DGA geen loon had genoten en ook geen loonvordering had op zijn BV. De rechtbank vernietigde de aanslag.
Conclusie: Als DGA van een BV die geen winst maakt, moet je goed opletten hoe je omgaat met je salaris. Je moet je houden aan de regels voor het gebruikelijk loon, maar je hebt ook mogelijkheden om dit loon te verlagen of uit te stellen als je BV in financiële nood verkeert. Als de belastingdienst een aanslag gebruikelijk loon oplegt die niet overeenkomt met de werkelijkheid, kun je hiertegen bezwaar maken en zo nodig juridische hulp inschakelen.